Hoe het mobiliteitsbudget van Proximus verandering kan stimuleren

30-something guy texting in a train station with the train waiting beside him.

Tot voor kort gebruikten mijn gezin en ik, zoals de meeste doorsnee Belgische gezinnen, meestal de auto om naar het werk te gaan en voor privéverplaatsingen. Het was comfortabel, als je de uren in het verkeer niet meerekent. Maar het was niet goedkoop, en al zeker niet milieuvriendelijk.

Ik ben blij te kunnen zeggen dat de manier waarop we ons verplaatsen, de afgelopen jaren drastisch is veranderd. Mijn gezin en ik reizen nu veel meer met de trein en mijn huidige bedrijfswagen heeft amper 18.000 km op de teller sinds ik hem twee en een half jaar geleden kreeg. Het belangrijkste is dat onze manier van denken over mobiliteit is veranderd.

Hoe is deze mentaliteitsverandering tot stand gekomen? Deze nieuwe manier van denken werd mogelijk gemaakt, en zelfs wenselijk, dankzij het mobiliteitsbudget dat ik krijg bij Proximus. Deze formule bood zoveel voordelen ten opzichte van mijn oude bedrijfswagen dat ik niet lang hoefde na te denken om over te stappen op groenere mobiliteitskeuzes. Ik ben ervan overtuigd dat het invoeren van een weloverwogen mobiliteitsbudget hetzelfde effect kan teweegbrengen voor andere medewerkers en gezinnen. Zo doen we dat bij Proximus.

Groene keuzes stimuleren

De belangrijkste pijler van ons mobiliteitsbudget is het stimuleren van groene keuzes door bepaalde aspecten van de bedrijfswagen te valoriseren. Eenvoudig gezegd: hoe minder je je auto gebruikt en hoe milieuvriendelijker je auto is, hoe meer andere voordelen je krijgt. Een voorbeeld: als onze medewerkers kiezen voor een kleinere auto die minder uitstoot, of voor een elektrische auto, hebben ze meer budget per maand over om te besteden aan treinkaartjes (ook voor privégebruik), andere vormen van deelmobiliteit of zelfs de aanschaf van een fiets.

Dit werkt ook andersom: als je een keuze maakt die niet bepaald duurzaam is, kost dat meer. Parkeren in Brussel is bijvoorbeeld meer aftrekbaar op daldagen en daluren om een betere spreiding van werknemers op de weg en in onze kantoren te stimuleren. Dit is slechts een van de vele voorbeelden van subtiele manieren waarop we minder en eerder weloverwogen autogebruik stimuleren.

De drempel verlagen

Een tweede belangrijk doel van het mobiliteitsbudget bij Proximus is dat we de drempel willen verlagen zodat onze medewerkers gemakkelijker groene keuzes kunnen maken. Daarvoor zijn we een samenwerking aangegaan met Vaigo om alle opties binnen ons mobiliteitsbudget op één platform onder te brengen. Dit maakt het voor medewerkers gemakkelijk om kaartjes te kopen, hun uitgaven in te voeren, het overzicht te behouden over hun uitgaven en hun reis te plannen.

Een andere manier om de drempel te verlagen is ervoor zorgen dat we opties bieden die haalbaar zijn voor de unieke situatie van elke medewerker. Ik heb het dan over de keuze van de auto's in ons bedrijfswagenpark, maar ook over de soorten deelmobiliteit en opties voor elektrisch opladen die we aanbieden. Door onze samenwerking met Vaigo kunnen we gebruikmaken van het aanbod van een brede waaier leveranciers en tegelijkertijd een persoonlijke relatie met elk van deze leveranciers onderhouden om hun diensten maximaal af te stemmen op de behoeften van onze medewerkers.

Flexibiliteit bieden

Vroeger konden medewerkers kiezen tussen een bedrijfswagen of een abonnement op de trein, en dat was het dan. Maar de meeste mensen hebben niet elke dag dezelfde werkuren of dezelfde behoeften. Maximale flexibiliteit bieden om een andere keuze te kunnen maken, afhankelijk van de situatie, is essentieel om groene keuzes zoveel mogelijk te stimuleren. Ik kan de ene dag mijn fiets naar het treinstation nemen, de andere dag mijn auto nemen als het regent, of thuiswerken wanneer dat mogelijk is zonder een deel van mijn budget te verspillen aan ongebruikte opties.

Deze flexibiliteit geldt ook voor werknemers in uitzonderlijke omstandigheden. We bieden een extra brandstofvergoeding voor wie vanwege de aard van zijn werk grote afstanden met de auto moet afleggen, en een extra treinvergoeding voor wie ver van het werk woont. Dit is ook de reden waarom ons mobiliteitsbudget niet gebaseerd is op het federale mobiliteitsbudget: we willen meer flexibiliteit kunnen bieden en de mobiliteitskeuzes van onze medewerkers kunnen sturen. Binnen het huidige wettelijke kader zijn veel van die keuzes niet mogelijk.

Het resultaat van deze strategie? Tien jaar geleden reden onze medewerkers gemiddeld 35.000 km per jaar in hun bedrijfswagen, vandaag is dat gemiddelde gedaald tot 24.000 km per jaar. Na een eerder aarzelende start zijn medewerkers die overstappen van een bedrijfswagen naar een mobiliteitsbudget, helemaal verkocht en nu maken ze er uitstekend gebruik van. Vooral de flexibele opties voor openbaar vervoer vallen in goede aarde; we verwachten dat het gebruik van de fiets zal toenemen naarmate de infrastructuur verbetert.

En voor mijn gezin en mij? Omdat we nogal afgelegen wonen, is het voorlopig niet mogelijk om volledig af te stappen van de bedrijfswagen. Maar dankzij het mobiliteitsbudget zie ik ons evolueren naar een situatie waarin we één auto hebben in plaats van twee, en we die auto alleen gebruiken als het echt nodig is. De beschikbare groenere keuzes zijn immers beter voor de wereld waarin mijn kinderen leven, voor ons eigen comfort en voor mijn bankrekening. Het mobiliteitsbudget is duidelijk een win-winsituatie.

 

Gregory Jacobs, Compensation & benefits manager Proximus
Printen

Deel dit nieuws via